Jacob Haasnoot (1951) werd geboren in Leiden en groeide op in Katwijk. Hij komt uit een geslacht met een lange maritieme traditie en is de oudste van een gezin met drie kinderen. Hij is getrouwd en heeft zelf ook drie kinderen en vijf kleinkinderen.
Al zijn hele leven is hij bezig met ‘verbeelden’, met verhalen in beeld, muziek en woord.
Op zeer jonge leeftijd waren dat schetsen van paarden en schepen. Zijn aanleg voor tekenen viel al snel op. Daarvoor ontving hij doorlopend waardering op de lagere en middelbare school. Onder leiding van de inmiddels bekende, maar toen nog jonge kunstenaar Auke de Vries bekwaamde hij zich op de Leidse academie ‘Ars Aemula Naturae’ in het schilderen naar de natuur. Verder volgde hij teken- en schilderlessen bij de Katwijkse kunstenaar Jan Noordhuis en etslessen bij de eveneens uit Katwijk afkomstige kunstenaar Bas Haasnoot. Als kunstdorp kende Katwijk al rond 1900 met bijna dertienhonderd schilders een van de grootste internationale kunstenaarskolonies van Europa.
Ook in zijn passie voor muziek trok het beeldend verhalen hem aan. Tekst en melodie moesten in harmonie zijn. Zichzelf op de gitaar begeleidend trad hij op met mooie muzikale verhalen.
Na voltooiing van zijn studie Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit van Leiden kwam er een voorlopig einde aan deze artistieke periode. Zijn werk als wetgevingsjurist en een groeiend aantal maatschappelijke ambten en functies slokten hem volledig op. Het wetgevingsvak en auteurschap van juridische uitgaven brachten hem echter wel de liefde bij voor de Nederlandse taal.
Na zijn pensionering pakte hij het schilderen en gitaarspelen weer op. Daarnaast ging hij schrijven, waarvoor hij een cursus verhalend schrijven volgde. Zijn boek ‘Lammeren onder wolven – Varen op leven en dood in WO II’ is daarvan de vrucht. Het betreft literaire non-fictie, waarin naast de informatie de beleving van belang is.